Tandartsen roepen vaak en graag dat ze kwaliteit leveren. Wat kwaliteit precies is, is echter niet duidelijk. Ieder geeft zo zijn of haar eigen invulling aan. Over de gehele breedte van het mondzorgspectrum zijn tandartsen van mening dat kwaliteit vrijwel alleen te maken heeft met technische perfectie: een mooie kroon, een perfecte vulling, een naadloze randaansluiting van de vulling met het tandbeen…
In de mondzorg is kwaliteit een gelaagd begrip. Er zijn 5 kwaliteitsindicatoren te onderkennen.
- Technische kwaliteit. Is de vulling gelegd zoals het hoort, is er geen lekkage bij een nieuwe kroon, staat het implantaat op de juiste plaats?
- Indicatieve kwaliteit. Moet in deze kies een vulling of toch een kroon? Is een kies te slecht om te behouden of gaan we toch er alles aan doen om het te behouden?
- Prospectieve kwaliteit. Hoe zal het gebit er over 20 jaar uitzien? Bespreekt de tandarts chronische gebitsproblemen en wordt er een zorgplan opgesteld. Houdt de tandarts het gebit toekomstbestendig. Hoe bepaalt het handelen van de tandarts de duurzaamheid van het gebit?
- Informatieve kwaliteit. Hoe informeert de tandarts de patiënt. Beperkt de informatie zich tot acute gebitsproblemen of ook informatie over mondproblemen waar de patiënt nog geen last van heeft?
- De menselijke maat. Is de patiënt nog enkel een nummer, eufemistisch een cliënt ter meerdere eer en glorie van het financiële succes van de tandarts, of is de Eed van Hippocrates en de zorgethiek leidend?